Sunday 13 September 2009

Kommer en kwel deel 1.

Na aankomst in Hyderabad was er vooral belangstelling voor de “swine flu”, zoals de Mexicaanse griep hier aangeduid wordt. Aan boord hadden we al een inlichtingenbriefje moeten invullen en dat moest afgegeven worden aan een hele batterij witgejaste mensen met groene latex handschoentjes aan en mondkapjes voor. Na een korte ondervraging kreeg je een apparaat tegen de slaap gedrukt. Ik vermoed dat daarmee werd gemeten of je koorts had of niet. Dat bleek bij mij niet het geval te zijn dus ik werd toegelaten. Of dat allemaal nodig is? Ik denk van niet maar ik ga er niet over. Buiten de aankomsthal verwachtte ik mijn chauffeur Taj (uit te spreken als Taatch)aan te treffen. Hij had mij een keurige email gestuurd met de belofte mij af te halen. Maar nergens een Taj te bekennen. Ook niet zijn broer die wel eens voor hem invalt. Een taxi gehuurd en samen met mijn student en diens afhalers richting Hyderabad, naar het Henri Martin Institute, waar ik de maand september zou verblijven. Ook dat was per email afgesproken en keurig bevestigd door de verantwoordelijke personen. Maar bij de hoofdpoort aangekomen bleek deze te zijn gesloten. Luid getoeterd maar geen enkele reactie. De nachtwaker zal wel geslapen hebben. Niks lekker bedje dus. Goede raad bleek niet duur te zijn. Want mijn student nodigde me uit om door te rijden naar zijn studentenkamer om daar het restant van de nacht door te brengen. Dus weer op weg door de verlaten straten van de stad. Het bleek de laatste dag van het vierdaagse Ghanesh-festival te zijn. U weet wel, de dag waarop al die bontgeschilderde Ganeshen groot en klein in het water worden gekieperd onder luid gejuich van alle omstanders. Om vervolgens de dag daarna weer uit het water gehaald te worden en afgevoerd naar de gemeentelijke vuilstort. Als ze die al hebben hier. Over de achtergronden van dit merkwaardige en vermakelijke gebeuren heb ik vorig jaar al eens bericht. Van harte ter lezing aanbevolen. Ook dit jaar viel het Ganesh-festival in de Ramadan. In het verleden gaf dat wel eens aanleiding tot stevige gevechten tussen de onderscheiden groepen gelovigen, de Moslims en de Hindoes. Maar het was tot nu toe rustig gebleven,zei men. In de kale studentenkamer aangekomen werd mij het bed ter beschikking gesteld. De student vleide zich ernaast op de grond neer. Geslapen tot de middag. Toen kwam Taj mij ophalen. Waar hij was die vroege morgen? Wel, hij had me op een andere dag verwacht,zei hij. Hoe men zich toch vergissen kan. En zo wrongen we ons langs de feestvierende menigten en de alom aanwezige politie en (para)militairen naar het HMI. Onderweg vertelde Taj mij over de volgende ramp die ons getroffen had. Daarover in het derde en laatste deel van dit werk in mineur.

De premier was verongelukt. Zijn helicopter was in slecht weer neergestort. Pas na een lange dag zoeken werd het wrak gevonden. Gevechtsvliegtuigen van de luchtmacht hadde de restanten ontdekt op een begroeide heuveltop midden in een natuurreservaat vol van beren en tijgers. De MP was volgens de kranten een geliefd man. Het bericht van zijn dood had 42 anderen het leven gekost. Mensen die een hartaanval kregen toen zij het verschrikkelijke nieuws hoorden en anderen die uit louter smart zlfmoord pleegden. Opvallend overigens dat die kranjten dat zo snel en zo nauwkeurig wisten. Hij was dus een geliefd man. Vooralo bij de boeren die hij gratis stroom had bezorgd. Zei men. En dat terwijl hij een Reddy was, bewhorend tot de kaste van de grootgronbezitters. Hoe het ook zij, er werd een periode van zeven dagen nationasle rouw afgekondigd en iedereen had een vrije dag. En zo is er de hele week hier dus niets uitgevoerd. Eerst die vier dagen van het festival en toen die dode MP. De Moslims doen het tijdens de Ramadan ook wat kalmer aan, dus er zal die arbeidsproductiviteit hier niet zoveel terechtgekomen zijn. Hoewel: er wordt hier overal gebouwd. Als je na negen maanden weer terug komt, is de hele omgeving veranderd. Overal hoor het het klop-klop van de hamers en overal verschijnen grote hopen bouwafval. Want dat blijft gewoon liggen hier. Ook bij het HMI grote veranderingen. Veel ervaren stafleden zijn vertrokken of gaan binnenkort weg. Ook de hostel-warder, zeg maar de bewaakster, is weg. Waarschijnlijk de reden waarom men mijn komst vergeten was. Maar voor de rest is het hier easy-going. Er zijn niet zoveel studenten, een stuk of veertien. De meesten uit India zelf en uit Afrika. Nog geen Europeaan gezien, maar dat kan nog komen. Ik hoor overigens klachten uit Nederland dat het daar zo koud en winderig zou zijn. Wel, dat is het hier ook. De regens zijn erg laat dit jaar en wat er nu valt, had al maanden geleden moeten komen. Met een beetje pech gaan de vroege regens vanzelf over de late regens van oktober en blijft het koel. Ach, beter zo dan dat gloeiend hete. De muskieten genieten ook erg van dit weer. Gisteravond hebben ze zich massaal op mij gestort. Ik was te laat met het smeren van anti-muggenspul en dat heb ik moeteen bezuren. Het zal me niet weer gebeuren. Zo, dit is dan het slot van deze trilogie vol met treurnis. Wat de nabije toekomst voor mij in petto heeft, weet ik nog niet. Iedereen die me daarover iets kan vertellen, komt pas maandag weer op het werk. Maar ongetwijfeld zullen mijn volgende berichten veel vrolijker en lichter zijn. Beloofd!

No comments: