Wednesday 18 September 2013

Piet in Krakow - september 2012

Over Krakow …..
Krakow, en dan bedoel ik natuurlijk het oudere deel van de stad, is een stad van façaden, van gevels. Zijn jullie wel eens in Wenen, Boedapest of Praag geweest? Daar heb je ongeveer het zelfde. Als je door zo’n stad loopt dan wordt je gedwongen om naar boven te kijken. Daar, naar al dat moois dat meer dan honderd jaar geleden gemaakt is. Natuurlijk heb je dan het risico om op anderen te botsen. Om maar te zwijgen over die smeedijzeren paaltjes die overal staan en feilloos achteloze mannen op een tamelijk kwetsbare plek weten te treffen. Maar neem je al die gevaren op de koop toe, dan gaat een wereld van schoonheid voor je open. Schoonheid? Het is maar hoe je het bekijkt. Een gevel uit het begin van de art nouveau-periode, waarvan de meeste smeedijzeren balkonnetjes al naar beneden gestort zijn en de weinig resterende met tal van hulpmiddelen overeind gehouden worden? Ja, dat is ook mooi. Omdat het een perfect tijdsbeeld is. Want hoe begon het allemaal?
Terug naar de negentiende eeuw. De Napoleontistische oorlogen zijn voorbij. Frankrijk is verslagen en het spook van de Franse revolutie is terug in het hok. Het oude keert zegevierend weerom. Weg met de barok, de rococo en Louis de Zestiende. Terug naar de antieke oudheid. Juist in deze tijd floreerden de Midden-Europese steden als Wenen en Krakow. Zij bloeiden en groeiden als nooit tevoren. Onderdeel van het machtigste Europese rijk van die tijd, de "Kaiserlich und Koenichliche" Donaumonarchie. De Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie van de ons welbekende Keizerin Sisi. De glorie van die tijd is vandaag de dag nog heel goed te zien. Je ziet de laatste zeventig jaren van die negentiende eeuw aan je voorbijtrekken. De laatste resten van Louis de Zestiende met zijn ornamentjes en beeldhouwwerkjes. Dan het dominerende neoclassicisme tot aan de jugendstil en het art nouveau. Lopend door de stad, niet struikelend, zie je dat allemaal aan gaan. Als argeloos kind van de Nederlanden waan ik me even onderdeel van de Midden-Europese geschiedenis. Een schitterende ervaring, tenminste voor mij. Misschien hebt U er geen boodschap aan; even goede vrienden. Maar geloof me, U mist dan wel iets!
En ga niet zeuren over de soms deplorabele toestand van sommige (of veel) van deze gevels. Geloof me, dat komt wel goed. Toegegeven, het duurt even maar kijkend naar Praag en Boedapest vertrouw ik erop dat het alleen een kwestie van tijd is. Gelukkig maar, want zo kunnen wij allemaal, ouders en kinderen, nog lang van dit moois genieten. En misschien spreekt U dit het meeste aan: het is helemaal gratis. Het enige wat U hoeft te doen is door de straten te lopen en naar boven te kijken. En niet struikelen of botsen natuurlijk. En mannen: blijf uit de buurt van die duivelse paaltjes!
Piet Kruizinga.

Teveel…..
Waarschijnlijk kent U wel het verhaal van Slauerhoff (uit ons eigen Harlingen!) dat ongeveer zo begint. In China wonen veel Chinezen. Je komt ze overal tegen. In de straten, op de pleinen, waar je ook maar kijkt, het wemelt er van de Chinezen. Het is opvallend hoeveel Chinezen er in China zijn. Deze uitspraak geldt ook voor Krakow. Nee, natuurlijk gaat het hier niet over Chinezen, maar over toeristen. Het wemelt hier letterlijk van die toeristen. In alle soorten en maten. Dikke toeristen zijn er veel. Vaak spreken ze Amerikaans of Duits. Maar er zijn ook veel dunne toeristen; die spreken dan een andere taal. Jonge toeristen heb je en veel, heel veel oudere toeristen. Sommige toeristen zijn heel mooi, vooral de jongedames. Anderen zijn weer erg lelijk, maar de kiesheid verbiedt mij te vertellen welk soort dit is. Al die toeristen komen overal vandaan en je hoort alle talen die bij gelegenheid van de torenbouw van Babel zijn uitgevonden. Zwarte toeristen zijn er nauwelijks. Hebben zij misschien de neus in de hoogte en vinden ze Krakow niet belangrijk genoeg? Schande! Die toeristen, groot, klein, dik, dun, jong, oud, man en vrouw trekken dus door de straten van de Oude Stad en de Kazimierz. Soms in paartjes, al dan niet hand in hand. Maar vaker nog in groepen, drommen, luisterend naar een jongmens dat zijn (m/v) ingestudeerd lesje inclusief ingestudeerd grapje om de aandacht erbij te houden opdreunt. Zo sjokken zij van het ene gedoe naar het andere. De routes volgend die alle reisgidsen al sinds jaar en dag aanbevelen. Altijd maar weer hetzelfde…. Sommige toeristen doen het anders. Die nemen plaats in een elektrisch autootje zonder ruiten maar wel met een dak zodat de hoofdhuid niet verbrandt en je niet al te nat wordt als het regent. Die karretjes, uitgerust met recorders in -tig talen, rijden dan hun rondje door de Oude Stad en de Kazimierz inclusief een bezoek aan de fabriek waar de film “Schindlers List” werd opgenomen. Een wat macabere vorm van ramptoerisme. Maar het kan nog erger. Overal in de stad worden toertochtjes per minibus inclusief Engelssprekende begeleiding naar Auschwitz-Birkenau aangeboden. Voor iets meer dan 100 Zloty, zo’n 20 Euro, een uitstapje van een uur of zes naar de velden des doods. Geen geld toch? Over uitstapjes gesproken: de toerist kan kiezen uit een vijftal aanbiedingen. Natuurlijk een rondtocht door de Oude Stad en de vroeger joodse stad Kazimierz, maar verder naar Auschwitz, een of andere oude zoutmijn hier in de buurt en naar Zakopane in de bergen. Mij staat flauw iets bij dat daar eens de Olympische winterspelen zijn gehouden. Dat is het dan zo’n beetje. Daarom kom je uit alle uithoeken der aarde (behalve Afrika dan) naar Krakow. Wauw…
Nou doe ik wel een beetje schamper, maar onder druk zal ik bekennen dat ik toen ik een jaar of tien geleden in Krakow was, ook naar Auschwitz ben gegaan. Wel per trein, dat wel …. En, nu serieus, het was een van de bezoeken die mij steeds is bij gebleven. Zoiets vergeet je nooit …. Nooit weer Auschwitz als je begrijpt wat ik bedoel.
Dan is er nog een select groepje toeristen. Ik bedoel vooral de gepensioneerde artsen uit Amerika die hun hele leven lang hun patiënten hebben uitgebuit en die zich nu per paardenkoets laten verplaatsen. Ik moet het toegeven: het ziet er schitterend uit. De plek waar de koetsen (in gewoon Nederlands als aapjes geduid) parkeren ziet er schoon uit. Geen paardenpis en geen paardenpoep. (Waar laten ze dat spul eigenlijk?) Mooie paarden; het lijkt of ze net geschilderd zijn. Mooie koetsen, geen punt. Natuurlijk niet zoals onze gouden koets, maar verschil moet er blijven nietwaar? Nou, die lui laten zich dus per koets vervoeren door de stad. En ondertussen maar foto’s nemen en wuiven naar het plebs. Tjongejonge..
Maar er is meer teveel in Krakow. Auto’s, teveel auto’s. Het grootste deel van de Oude Stad is autovrij. Logisch, want in de tijd dat die gebouwd werd, had je hooguit paardenkoetsen. De auto’s zijn dus verbannen naar de wijken rondom de middeleeuwse stad. En dat is te merken. Elke stoep, elk publiek gaatje, is gevuld met deze vorm van blik. Anna, onze mentrix hier, vertelde ons dat ze ’s-morgens wel een half uur moest rondrijden voordat ze een parkeerplaats gevonden had. Ach, natuurlijk overdrijven die Polen, maar er zit zeker een kern van waarheid in. Worden er dan geen parkeergarages gebouwd, was mijn vanuit westers rationalisme voortkomende vraag. Ja, daar waren plannen voor. Maar procedures…procedures….procedures etc. Ik vermoed dat het communistische verleden nog steeds een rol speelt, al zullen de meeste Polen dat hardnekkig ontkennen. Maar daarover later meer.
Duiven, er zijn teveel duiven in Krakow. Nu ik dit schrijf realiseer ik me dat de naam van deze stad in Het Nederlands gewoon Krakau is. Niks geen v of w. Vanaf nu dus Krakau. Die duiven zijn overal. Ze lopen je voortdurende hinderlijk voor de voeten en scheren op lage hoogte over je hoofd. En ze poepen je onder, zoals onze Jan vandaag nog overkwam op de Grote Markt. Gelukkig had ik een papieren zakdoekje om de zaak enigszins te reinigen, anders waren zijn papieren nog steeds vies. Al die duiven worden gevoerd door al die toeristen die dat allemaal maar heel schattig vinden. Ze tieren dus welig. Ondertussen beschadigen ze de oude gebouwen die dus beschermd moeten worden met netten en ijzeren pinnen. Dus zei ik in mijn onschuld tegen Anna: waarom schieten jullie die beesten niet af? Misschien smaken ze wel prima. Nee, dat kon niet, zei Anna. En ze vertelde mij enigszins verward het verhaal dat ik in Zeewolde ook al van Elly gehoord had. Dat die duiven geen echte duiven waren, maar eigenlijk de zielen van ridders die door een of ander noodlottig misverstand gevangen waren. En ridders hoor je niet dood te schieten. Hoezo? Als nazaat van een volk dat zijn zelfstandigheid behield dankzij het ombrengen van een groot aantal ridders tijdens de slag bij Ane, zie ik hier geen enkel probleem. Maar het zij zo, op mijn eentje vermag ik niet het cultuurverschil tussen een Drentse Nederlander en een Poolse Galicier te overbruggen. Mij past bescheidenheid, ook al kost me dat de grootst mogelijke moeite.
Tenslotte nog een paar woorden over het gefiets. We hadden een gesprek daarover met de baas van het spul hier, een haastige dame met de naam Basja. Het blijkt toch een beetje anders te zijn dan we dachten toen we hier kwamen. Een beetje verrassend. Maar er wordt een beroep gedaan op ons aanpassingsvermogen. Daarover later meer. Nog steeds nieuwsgierig? Blijf lezen!
Met een knipoog,
Piet.

Over de Moederkerk.
Gisteren vertelde ik al over het grote aantal Chinezen in China. Wel, er zijn ook veel Polen in Polen. Maar ook veel Katholieken. En dus heeft een van U mij gevraagd om te proberen iets zinnigs te zeggen over de RK-kerk in Polen. Een echte tour de force, want hoe kan nu een gereformeerde Drentse boerenzoon na een verblijf van vier dagen in Polen iets verstandigs uitbrengen over zoiets magistraals als de positie van de RK-kerk in dit land? Maar ik kan U enigszins geruststellen. In het verleden heb ik me op dit punt tamelijk uitvoerig laten voorlichten. Die kennis moest natuurlijk wel geactualiseerd worden maar na enkele gesprekken hierover met onze plaatselijke mentrix Anna durf ik het wel aan.
De RK-kerk is nadrukkelijk aanwezig in elk Pools dorp of stad. Overal zie je kerken, de een nog groter dan de ander. Veel ervan zijn zeer uitbundig ingericht met veel goud en zilver. De RK-kerk is een rijke kerk. Naast al die kerkgebouwen en kloosters bezit ze vele landerijen die met hun opbrengsten de al goed gevulde schatkist nog verder spekken. De aanwezigheid van de RK-kerk zie je ook in het straatbeeld. Het is de normaalste zaak van de wereld om priesters, monniken en nonnen in hun specifieke kledij over straat lopen, in de trams zitten en auto’s besturen. Maar, zult U vragen, hoe zit het dan met de ontkerkelijking? Wel, die gaat tot nu toe voor een groot deel aan de Polen voorbij. Natuurlijk, vooral de jeugd is kritischer geworden, maar dat heeft nog niet geleid tot kerkverlating op grote schaal. Kennelijk horen Polen en het Katholicisme bij elkaar. Is die machtige Poolse kerk ook erg conservatief? Dat hangt ervan af hoe je het bekijkt. Zeker, er is een sterke conservatieve rechtervleugel. Zij concentreert zich rond de radiozender Radio Maria. Toen ik met Anna hierover sprak in de auto, schoot ze in vuur en vlam. Als ik haar zou vragen om Radio Maria aan te zetten, dan zou ze me uit de auto gooien, zei ze met een stelligheid die aan duidelijkheid niets te wensen overliet. Waarom dan, vroeg ik mijn onschuld veinzend. Omdat ze liegen en bedriegen en de mensen voor de gek houden. Uit dit korte gesprek valt te concluderen dat er ook een lichtere, meer progressieve vleugel is binnen de Poolse RK-kerk. Want Anna beschouwt zichzelf als een gelovig Katholiek. Dat kon je ook zien aan haar gedrag als we in een kerk waren en afleiden uit het kruisje in haar hals. Maar ze was het lang niet altijd met de officiële standpunten van de RK-kerk eens. Ze vertelde ons vanmorgen nog dat zij Maria’s onbevlekte ontvangenis als een soort legende zag. Hoe groot is die linkerflank ongeveer, vroegen wij. Na enig nadenken kwam ze op een 20% ongeveer. Toch een redelijk stevige minderheid dus. Het beeld dat velen in Nederland van de RK-kerk in Polen hebben, namelijk dat zij een homogeen conservatief blok zou zijn, is dus niet geheel juist. Er is volgens onze zegsvrouwe wel degelijk een kritische vleugel die beslist niet meer de oude waarheden als zoete koek slikt. En, zullen velen van U wellicht denken, als die Kerk zo groot en rijk is, zullen ze ook politiek wel heel machtig zijn. Ja en nee. Nee, want politieke partijen die zich nadrukkelijk als Katholiek manifesteren, zijn er niet in dit land. Ja, want als de Kerkleiding hier wat wil, is een kort gesprek met de President voldoende om dat geregeld te krijgen.
Jan en ik willen zondag naar de kerk. De Katholieke natuurlijk. Het Pools zijn we nog niet geheel machtig, dus de strekking van de preek zal aan ons voorbijgaan. Maar indrukken en sfeer zeggen ook heel wat. Is voelen niet (soms) beter dan weten? We houden U op de hoogte!
Piet.

Aktie…aktie…aktie…!
Een van U heeft ons gevraagd wat te vertellen over het programma dat wij hier draaien. Er moet toch ook gewerkt worden nietwaar? Wel, het programma draait ongeveer volgens plan. Welk plan? Het door Basia, de coördinatrice van de Fullness of Life Academy (APZ) hier, opgestelde programma. De eerste dagen ervan staan in het teken van de kennismaking. De kennismaking tussen de mensen van de Academy en ons en de kennismaking tussen de stad Krakau en ons. Dus hebben wij met Anna de afgelopen zondagmiddag doorgebracht met het te voet verkennen van de Oude Stad en de Kazimierz. Op maandag dan per tram naar het APZ-kantoor voor een introductie van het Bikes and Friends-project, de werkzaamheden van de APZ en een eerste kennismaking met de medewerkers. Tot onze niet geringe verbazing vertelde Basia dat zij van een hier wonende Nederlander het advies gekregen had om alsjeblieft niet te gaan fietsen in Krakau. De slechte fietsinfrastructuur en het gedrag van de automobilisten zouden het voor een paar onschuldige en onervaren Nederlanders te gevaarlijk maken. Het onderdeel “het maken van korte fietsroutes door de stad voor ouderen” was daarom geschrapt. Minder fiets dus in het programma. Het zij zo. Na de gesprekken in het kantoor werden we door staflid Stephan naar een sjiek restaurant gebracht waar we een lunch bestaande uit drie gangen kregen opgediend. Zonder Stephan overigens, want die had hem gesmeerd. Na de lunch de stad verkennen. De volgende dag nam Anna ons mee naar een militair complex even buiten de stad waar je na enig klimwerk een mooi overzicht had over een deel van de stad. Verder waren in het gebouw enkele radiostudio’s en een paar musea ondergebracht. Veel kanonnen, wapens en ander militair gedoe. Ondertussen met Anna gepraat over van alles en nog wat in Polen in het algemeen en Krakau in het bijzonder. De dag erop, woensdag, de hele dag besteed aan het oplossen van de door Els en Elly gemaakte fotopuzzel. De puzzel bestond uit foto’s van voorwerpen, opvallende gevelornamenten en dat soort dingen en leidde ons over de Koninklijke Route (zie www.krakow.pl) naar het Wawel-kasteel, de zetel van een aantal Poolse koningen (zie www.wawel.krakow.pl). Zo konden we op een speelse manier nog verder kennismaken met deze stad. (Bedankt dames, prima werk!) Alleen de laatste paar plaatjes hebben we nog niet kunnen terugvinden maar dat komt later nog wel. Donderdagmorgen regende het. Maar dapper gingen we te voet onderweg naar een theehuis waar een achttal vrouwen Engelse les kregen. De dames kregen van de juffrouw opdrachten. Ze moesten naar bepaalde gelegenheden gaan om daar antwoorden te krijgen op gestelde vragen. Na terugkomst moesten ze dan in het Engels verslag uitbrengen. Een leuke interactieve manier van lesgeven. De lerares merkte dat ik veel in India ben geweest en omdat dat land ook haar interesse had hebben we een uurtje gezellig gekout over onze ervaringen in dat subcontinent. En vanmorgen zijn we weer met ons tweeën naar het APZ-kantoor gegaan. Na een praatje met Basia zette ze ons unverfroren aan het werk. Binnenkort komen buitenlandse bezoekers voor een of ander symposium naar de APZ en ze wilde graag dat wij een brochure maakten van vier pagina’s over de meest aanbevolen attracties en excursies in en rond Krakau. Wel, zei ze, daar staat een computer, ga je gang. En als je hulp nodig hebt, dan roep je maar. Zo gezegd, zo gedaan. En al ploeterend en proberend met poolstalige programma’s slaagden wij erin om rond een uur of een ’s-middags het karwei af te maken. De opdrachtgeefster was zeer tevreden met het product van onze gemeenschappelijke arbeid. Dat overigens, anders dan wat enigen van U wellicht vermoeden, in volstrekte harmonie en voorbeeldige samenwerking tot stand was gekomen. Maar dat terzijde. Rond een uur of drie een atypisch Pools gerecht, een pizza, gegeten en huiswaarts getogen. Morgen de op het programma staande excursie naar de zoutmijn van Wieliczka (zie www.muzeum.wieliczka.pl); overmorgen naar de kerk en Annemieke van ANBO-Woerden, die ons hier met haar vriendin een weekje komt opzoeken, van de trein halen. Samen met Stephan en hopelijk blijft hij dan even. Hebt U vragen? Stel ze gerust; ze zullen worden beantwoord. Suggesties en opmerkingen? Laat ze los; ze zullen in beschouwing genomen worden. Tot de volgende keer, trouwe lezer!
Piet (uiteraard met instemming van Jan).
Het verdriet en de vreugde van Kazimierz; het verleden en de toekomst.
Vandaag was het de dag van de Dienstbaarheid. Dienstbaarheid aan Annemiek en haar vriendin door hen een beetje wegwijs te maken in de Oude Stad en Kazimierz. We zijn nog maar een week hier in Krakau en we voelen ons al ervaren genoeg om de beide dames bij de hand te nemen (figuurlijk gesproken uiteraard) en hen door deze oorden te leiden als volleerde gidsen. Per slot van rekening is in het land der blinden Eenoog nog steeds koning. We begonnen de tocht met het volgen van de Koninklijke Route. Die hadden we zelf al eens gedaan en daar wisten we dus al veel van. Benut altijd je sterkste kanten, nietwaar? Typisch Pools geluncht. Dat wisten we niet; wij dachten dat het een of andere Italiaans gefrutsel was, maar Annemiek kon ons vertellen dat het echt typisch Pools was. Weer wat geleerd. Het smaakte overigens prima, dat wel. Overigens hoop ik niet dat onze Poolse gastvrouwen ons eens zullen vragen wat nou typisch Nederlands eten is. Wat moeten we antwoorden? Stamppotboerenkool met worst en het juskuiltje in het midden? Snert met een varkenspoot? Gezouten haring met uitjes (brrrr…), Drentse worst? Als een Uwer ons kan adviseren, horen we dat graag!
Daarna gingen we naar Kazimierz. (Zie www.krakow-info.com.) Vooral naar het Joodse gedeelte. We wilden de Nieuwe Synagoge, die overigens al heel oud is en het daarbij gelegen oude kerkhof bezoeken. Maar dat kon niet, want het is deze dagen de viering van het Joodse Nieuwjaar. Onze generatie kent de data van de Joodse feestdagen niet meer uit het hoofd en dat heeft natuurlijk alles te maken met het gebeuren tussen de jaren ’39 en ‘45 van de vorige eeuw. Toen Nazi-Duitsland en haar bondgenoten er bijna in slaagde om het Europese Jodendom uit te roeien. Bijna, want nog steeds is er in Kazimierz een kleine joodse gemeente en elke week vinden er sabbatsvieringen plaats. Er is daar een Centrum voor Joodse cultuur dat probeert het nog aanwezige en bestaande joodse leven aan te moedigen en te bevorderen. Niet alleen het verleden is immers van belang maar ook en vooral de toekomst. Denk aan het verhaal uit het Bijbelboek Ezechiël over het dal van de doodsbeenderen. Maar ook dit centrum was natuurlijk gesloten voor bezoekers. Merkwaardig genoeg niet een tentoonstelling over de Holocaust, de bijna-vernietiging van het Jodendom op het vasteland van Europa. De tentoonstelling heette: “De andere kant van de Thora” (de Joodse Bijbel). Ik moet zeggen dat ik eerst volstrekt niet snapte waar die titel op sloeg. Maar bij het begin van de tentoonstelling kwam ik er achter. Enkele jaren geleden kwam een man uit Tuebingen in Duitsland bij toeval in het bezit van een tweetal schilderijen uit 1942. Afgebeeld waren de portretten van een Duitse legerofficier en zijn vrouw. Toen de man de portretten uit de lijsten haalde ontdekte hij tot zijn niet geringe verbazing dat ze waren geschilderd op de achterkant van twee bladzijden van een Thorarol. U weet wellicht dat een Thorarol in het Jodendom een hooggeplaatste, wij zouden zeggen heilige, betekenis heeft. Toen begreep ik de titel van de tentoonstelling. Tussen Nazi-Duitsland en het Jodendom; tussen het onvoorstelbare brute geweld en het broze heilige. Daar gebeurde het in die dagen… De rest van de tentoonstelling bestond uit foto’s van Joodse herinneringen in Galicie, dit deel van Polen. En aan het eind? Foto’s van hedendaagse Joden uit Krakau. Zakenmensen en dichters. Gewone mensen. Een mannelijke en een vrouwelijke Rabbi. Nee, de Duitsers hebben gefaald in hun streven en Hitler c.s. zou zich briesend in zijn graf omdraaien als hij dit had kunnen zien.
Het bezoek aan de tentoonstelling was voor ons aanleiding tot enkele bespiegelingen. Hoe komt het dat in de loop der eeuwen het ene volk opstaat tegen het andere? Waarom wordt er bij tegenslagen steeds een zondebok gezocht? Waarom waren juist de Joden vaak die zondebok? Er is eens gezegd “Fremdenhass ist Selbsthass”. Is dat (tegenwoordig nog steeds) zo? Wat denkt U? Laat het ons weten.
Piet met instemming van Jan.


De lach en de traan.
 Is dat niet erg lang weg, zo’n volle drie weken in een vreemd land? Krijg je er niet genoeg van en wil je dan al dan niet kruipend naar huis? Dat wordt me wel eens soms onuitgesproken gevraagd. Wat moet ik daarop antwoorden? Ik heb routine, ben al vaker maanden lang weggeweest in een ver en vreemd land. Er is eelt en ik kan er dus wel tegen. Maar niet altijd. Vanavond had ik zo’n moment van niet-meer-weg-willen-zijn. Zo langzamerhand herken ik het begin ervan. Ik heb het eerder meegemaakt. Dan roept mijn gevoel me terug naar iets wat verder gaat dan de wereld van de woorden en de herinneringen. Dan ga ik terug naar de muziek die ik in de loop der jaren op deze aftandse laptop heb opgeslagen. En hoor die liederen en liedjes terug. Het zijn zing- en luisterliederen, in mijn eigen taal, het Nederlands. Met andere talen, behalve het Duits, heb ik niets. Het zijn manieren om me verstaanbaar te maken, maar dat is alles. Maar mijn eigen taal, mijn moedertaal, geeft voor mij de grenzen van mijn wereld aan en daarbinnen voel ik mij geborgen. Geborgen? Het laatste lied dat ik een uur of wat geleden beluisterde was het gezongen gedicht van Ida Gerhard over haar verloren liefde. Volgens sommigen het mooiste liefdesgedicht dat ooit in onze taal geschreven is. Zevenmaal over de aarde te gaan… Als het zou moeten op handen en voeten… Er is iets in dit gedicht, in dit lied, dat met mij te maken heeft. Zoals ik heb gewacht op die ene, die daar lachend op mij te wachten zou staan. Nee, ik lachte toen niet. Sterker nog, toen het gebeurde op een terras in Harderwijk, huilde ik tranen met tuiten. Maar nooit eerder in mijn leven werd een lach beter beleefd dan in die tranen.
Hoezo ver weg? Ik ben misschien wel dichterbij dan ooit tevoren.
Een groet, vooral aan degenen mij ondanks of dankzij alles toch nog liefhebben.
Piet.

Puzzelen en ondergronds.
Puzzelen.…. onder de grond?
Een van de opdrachten die we hier meegekregen hebben (ja, ja, voor niets gaat de zon op!) is het maken van een puzzeltocht voor ouderen door de Oude Stad en Kazimierz. De twee vorige ANBO-bezoekers, Els en Elly, hebben dat ook (voor ons) gedaan. Jan heeft jullie al geschreven over onze ervaringen ermee. In overleg met ANBO-Woerden is besloten dat wij het anders zouden doen dan onze voorgangsters. Wij moeten nu proberen om de verhalen achter het zichtbare tot leven te roepen om zodoende meer diepgang te krijgen. Benieuwd of ons dat lukken zal, maar we doen ons best. In de afgelopen dagen hebben we al lopend en lezend wat ideeën opgedaan en gisteravond hebben we ons masterplan opgesteld. Vandaag zouden we de route nog eens aflopen om er zeker van te zijn dat alles klopte. Daarna zouden we het definitieve plan opstellen.
En dus gingen we vanmorgen zoals altijd goedgemutst bij een aangename temperatuur van start en begonnen we met ons werk. Eerst naar de kerk van Sint Floriaan, even buiten de voormalige stadsmuren. Vlakbij is de afgelopen jaren een gigantisch winkelcomplex gebouwd. En dus gingen we even kijken. Nou, beste mensen, blijf daarvan ver weg. Het is net Hoog Catherijne, maar dan nog erger. Uitsluitend de dure West-Europese luxe winkels met dito prijzen. Het pure consumentalisme, bedoeld om de inkomens van rijke Polen af te romen. Wij, nuchtere Noorderlingen, beperkten ons uiteraard tot een koffie en een thee. Vervolgens verlieten we snel dit paleis van glas en beton om onze werkzaamheden voort te zetten. Ter onderbreking daarvan hadden we besloten om de ondergrondse musea onder het centrale marktplein te bezoeken. Zo gezegd, zo gedaan. En, beste lezer, het was een opzienbarende ervaring. Tussen 2002 en 2010 hebben ze de hele ondergrond van het middeleeuwse marktplein uitgegraven en rond de vondsten een compleet eveneens ondergronds museacomplex opgezet. Ik schrijf “musea” omdat het in feite gaat om een combinatie van een archeologisch, volkenkundig en cultuurhistorische museum, maar dan in een onderlinge samenhang. Een buitengewoon goed gelukte poging om de geschiedenis van Krakau in die samenhang te belichten. Petje af voor de Poolse meesters die dit allemaal hebben bedacht en uitgevoerd. De vormgeving is hightech en interactief met tal van audiovisuele snufjes. Helemaal geen duffe en stof verzamelende voorwerpen, maar kleurige en beeldende zintuigbespelende voorstellingen. Allemaal volgens de hedendaagse museumfilosofie dat niet het voorwerp zelf van belang is, maar vooral het verhaal erachter. Alleen al deze belevenis is een reis naar Krakau waard.
Na een tweetal uren kwamen we weer bovengronds. En merkten dat het inmiddels was gaan regenen. Natuurlijk hadden wij, domme mannen, geen regenkleding of paraplu’s bij ons en zijn dus maar naar huis gesneld. Morgen komt immers nog een dag (hopen we) en ondertussen kunnen we op de computer al veel doen. Wordt vervolgd dus. En, hoe gaat het met jullie? Is er al een nieuwe Koninkrijksregering? De Poolse kranten schrijven daar helemaal niet over. Gek eigenlijk…
Piet (met instemming van Jan).

Terug in Kazimierz?
 In Kazimierz…
En toen was ik daar in Kazimierz, de oude joodse wijk van Krakau. We waren met zijn vieren, etend, drinkend en luisterend naar de Klezmermuziek die ons beloofd was. Sommige melodieën gingen aan mij voorbij. Maar plotseling werd ik klaarwakker. Door de muziek heen hoorde ik het refrein “ Donja… donja…, donja…do. Donja…donja…donja.. enz.” De laatste keer dat ik dat hoorde was uit de mond van een Sneekse gereformeerde dominee tijdens een dienst in de Amsterdamse studentenecclesia. Hij zong het ons voor en wij vielen in. Donja...donja...donja..., do…. Waar ging het ook alweer over? De muziek verwoordde een oud verhaal. Over een Galicische boer die met een kalf naar de markt ging om het daar voor goed geld te verkopen. Voor de slacht. Waarom moet ik eigenlijk geslacht worden, vraagt het kalf tijdens de rit aan de boer. Omdat jij een kalf bent en dat nou eenmaal jouw bestemming is, zegt de boer. Een kalf is een kalf en een kalf moet worden geslacht. Daarmee in een notendop het verhaal vertellend van de geschiedenis van de Galicische joden. Waarom moet je worden geslacht? Waarom ben jij het slachtoffer? Omdat jij de Jood bent. Daarom. Een werkelijkheid die niemand veranderen kan, of je nou wilt of niet. En vanavond speelde die melodie. En die ging me opnieuw door het hart. Midden in het bijna van Joden gezuiverde Galicie was daar die oude melodie: Donja... donja... donja… Het aanwezige gezelschap, voornamelijk Angelsaksisch, reageerde met een plichtmatig (?) applaus. Hebben zij het begrepen? Wie weet? Wie ben ik om ze dat te vertellen? Ondertussen blijf ik met mijn vraag. Dat kalf dat moet sterven omdat het een kalf was. Daarom? Ja, daarom. Donja…donja.. do..… Ik besef dat ik een kind van mijn tijd ben en dus heb ik te maken met de vragen van mijn tijd. Maar het is niet altijd gemakkelijk. Zeker niet nu in Kazimierz met al dat lekkere eten en drinken en al die aardige toeristen. Want dan komt die weer die melodie …
Piet.

Fietsen...
 De dag van het fietsen.
Vandaag letterlijk en figuurlijk bijgedragen aan het “Bikes and Friends” project. Wij zijn namelijk wezen fietsen. We (Jan, Annemiek en ik) moesten ons melden om tien uur bij een standbeeld op het centrale marktplein van de Oude Stad. Daar zou Gregorz, een van de vrijwilligers van de APZ, net terug uit Nederland, ons ophalen. Zo gezegd, zo gedaan. En, inderdaad precies om tien uur, de trompetter was net begonnen te spelen vanuit een hoog venster van de Maria-toren, kwam Gregorz en zijn vrouw ons afhalen. Gekleed als echte wielrijders met een strakke broek aan en een veelkleurige helm op. Ze waren op de fiets, heel moderne ATB’s met schijfremmen en weet ik veel hoeveel versnellingen. Je kon wel zien dat fietsen echt hun hobby was. Samen met Gregorz en echtgenote zijn we naar een fietsverhuurbedrijf gegaan en hebben ons daar een stadsfiets laten aanmeten. In het begin was het wel even wennen. De wielen hebben hier een andere maat dan in Nederland gebruikelijk is en daardoor is de constructie net even anders. Bovendien waren de fietsen uitgerust met een terugtraprem en een handrem op het stuur links. Voor mij heel bijzonder, maar Jan zei dat hij dit type fiets in Duitsland wel vaker gezien had.
We verlieten de Oude Stad en gingen de brug over de Wisla (Weichsel) over. En gingen fietsen, voornamelijk over de Wisla-dijk. Het was een waar genoegen. De zon scheen, er was nauwelijks wind en de vogeltjes floten. Links en rechts van ons natuurgebied met soms een bebouwd akkertje. Als oud-boer moest Jan natuurlijk onmiddellijk onderzoeken wat er allemaal verbouwd werd. Maar als boerenzoon was ikzelf natuurlijk ook nieuwsgierig. Overal om ons heen bloeiden de veldbloemen van deze herfst. Ik zei het al, het was een zeer genoeglijke tocht. Soms een hellinkje op en af, maar dat mocht eigenlijk geen naam hebben. Ondertussen waakten Gregorz en zijn vrouw over ons. Als een kloek over haar kuikens. Gregorz voor ons en zijn vrouw achter in de rij. Onderweg pikten we ook nog een vriend van Gregorz op met zijn hond. Het beest rende samen met de fietsers op. Inspannend. Na zo’n anderhalf uur fietsen langs de rivier kwamen we bij het einddoel. Een prachtig gerestaureerde Dominicanenklooster uit de elfde eeuw. Naar ik meen het tweede klooster dat in Polen is gesticht. We hebben daar wat gedronken. Over drinken gesproken: bij de poort van het klooster hing een bord met de mededeling dat het gebruik van alcohol strikt verboden was. Evenals het gebruik van korte rokjes, maar dat terzijde. Maar in het restaurant van het klooster kon je de wijn flessengewijs bestellen. Ach, zeer begrijpelijk. Principes zijn goed, maar het moet wel betaalbaar blijven. Ik sta op het punt om een heel commentaar te geven op het gedrag van de Dominicanen door de eeuwen heen, maar zie er toch maar van af. Ik wil niet op al dan niet lange tenen gaan staan.
We gingen dezelfde weg terug. Voor mijn gevoel een stuk korter dan de heenweg, maar dat soort gevoelens komt vaker voor. Rond een uur of drie waren we terug bij het fietsverhuurbedrijf om onze stalen rossen weer in te leveren. Gregorz en zijn vrouw bedankt voor hun diensten, een biertje gepakt op een terras en nog genoten van de stralen van de namiddagzon. Kijken naar de passerende koetsjes en de langslopende dames en heren.
Het was een mooie dag vandaag. Krakau beleeft, anders dan jullie, een mooie nazomer. Een echte Altweibersommer. Boffen wij even! O ja, ook nog pruimen gekocht. Want het is de tijd van de noten, paddenstoelen en pruimen. Dat wordt weer smullen vanavond….
Piet.

Over een moeizame poging en een goed bezoek.
 Het is, beste lezer, vandaag mijn taak om verslag te doen van de verrichtte activiteiten. Wel, die bestonden vanmorgen uit het voorbereiden van een presentatie over fietsen door ouderen. Een presentatie die we moeten houden voor de dames van de Zomerschool van de APZ later deze week. We wilden wat You Tube-filmjes laten zien en een Powerpoint-presentatie over “veilig fietsen door ouderen” maken. Nou moet U weten dat alleen Jan al weer een aantal jaren geleden zoiets gedaan heeft. Vandaar dat we een oefenpresentatie gemaakt hebben. Dat ging met veel vallen en opstaan, maar uiteindelijk kregen we wat fatsoenlijks op het scherm en toen kwam het volgende probleem. U weet wellicht al dat dit appartement enige problemen kent. Een ervan is de zeer zwakke internetverbinding. Misschien dat dat de reden is dat het downloaden van geen meter lukte. Ja, ja, ik heb de plug-in geïnstalleerd… daar kan het dus niet aan liggen. Na een uurtje proberen hebben we de strijd maar opgegeven. Overmorgen komen we weer op het APZ-kantoor en er is daar vast wel iemand die ons kan helpen. Wellicht Juan, de Spanjool die daar vrijwilligerswerk doet en zeer (hulp)vaardig is op internetgebied. Hij komt uit Valencia in Castilie en als ik hem plaag door vragen of hij uit Barcelona (Catalonie) komt, springt hij gelijk bovenop de te kast. Nee, hij is van Valencia, de V uitsprekend als iets tussen de b en de v. Logisch dat hij zo reageert, want je vraagt een Limburger toch ook niet of hij uit Holland komt, nietwaar? Hoe het ook zij, we hebben enige assistentie nodig om ook deze schone taak goed te kunnen volbrengen.
Vervolgens zijn we per tram en te voet naar het Museum van Schindler’s fabriek gegaan. Velen van U zullen het verhaal al kennen, maar voor de anderen een korte samenvatting. Schindler was een Duitse fabrikant in Krakau gedurende de oorlogsjaren. In zijn fabriek werden allerlei zaken van belang voor de Duitse oorlogsinspanning gemaakt. Toen de Jodenvervolging ook in Krakau begon, trok hij zich hun lot aan. Hij nam vrijwel uitsluitend joden in dienst en kreeg van de autoriteiten uitstel van deportatie, want dat zou niet in het belang van die oorlogsinspanning zijn. Dat uitstel werd formeel verantwoord door de fabriek en de daar verblijvende joden tot een “buitengewoon concentratiekamp” te verklaren. Door de jaren heen breidden de zaken zich uit en Schindler had op een gegeven moment meer dan duizend joden en jodinnen in dienst. Toen de Sovjets naderden werden de machines en het personeel geëvacueerd naar het westen. Bij de capitulatie van Duitsland op 8 mei 1945 ontsloeg Schindler collectief al zijn personeel dat vervolgens kon terugkeren naar hun woonplaats (of wat daarvan over was). Het verhaal is bekend geworden bij een breed publiek door de film “Schindler’s List” (1993) van Steven Spielberg. Volgens critici is het gebeuren van toen in de film nogal geromanticeerd en "bijgekleurd". Dat gebeurt bij films wel vaker.
Het uiterst moderne museum, gevestigd in de voormalige fabriek, gaat over de bezetting van Krakau en omgeving door de Duitsers en hun trawanten van september 1939 tot januari 1945. Ook dit museum is opgezet volgens de nieuwste inzichten. Heel veel interactief audiovisueel materiaal. Door vormgeving en belichting wordt vooral ingespeeld op gevoel en beleving. Opnieuw een meesterstuk van de Poolse museuminrichters. Over wat er te zien valt en te beleven is, zal ik kort zijn. Heel veel over de veldslagen die gevoerd zijn, de rol van de Poolse ondergrondse en het lot van de Krakause joden, een kwart van de bevolking destijds. Van mij had de positie van de “gewone man” wel wat meer mogen worden belicht, maar dat is wellicht niet zo spectaculair en museaal.
Chinees gegeten, want we waren benieuwd hoe een Poolse Chinees (of een Chinese Pool?) zou smaken. Dat was dik in orde. Omdat we de enige bezoekers waren, was de bediening ook zeer vlot. Over eten gesproken: het is in het appartement erg moeilijk om een warme maaltijd te bereiden. De keukenuitrusting is daarvoor te armetierig en koken moet je doen op een slome kookplaat die bovenop de koelkast staat (!). Bovendien vertelde Jan mij direct al schaamteloos, dat hij niet koken kon. Hij had daarvoor zijn personeel, zei hij. (Kan dit eigenlijk wel door de beugel, Henny?) Zodoende gaan we meestal warm eten buiten de deur. Omdat we toch op een soort studiereis zijn, doen we een participerend onderzoek naar de kwaliteit van de Poolse keuken. Tot mijn verrassing is die prima. Het is echt niet alleen worst, zuurkool en borscht wat er te schaften is. Dank zij de ANBO en de APZ weer wat geleerd dus. Een mens is daarvoor nooit te oud, nietwaar?
Een laatste opmerking over de foto’s die U van ons niet krijgt. Niet dat we geen foto’s nemen; we knippen er lustig op los. Maar bij deze blog is er ruimte voor maximaal 150 foto’s en onze nijvere voorgangsters hebben daarvan al meer dan 140 gebruikt. Als wij meer foto’s willen plaatsen, moeten we ervoor betalen. En zuinig dat we zijn… Nee, beste lezer, U zult bij ons Uw fantasie moeten gebruiken. Maar misschien is die wel mooier dan de werkelijkheid!
Piet (met instemming van Jan).

Een kantoordag.
De Altweiber waren ook vandaag nog in de stad. Een stralende zon en tegen de 25 graden. Daar kunnen jullie nog een voorbeeld aan nemen. Vanmorgen naar het kantoor van de APZ getogen want volgens het programma zouden we daar de laatste hand leggen aan de puzzel en de presentatie die we morgen moeten geven aan de deelneemsters aan de Zomerschool van de APZ. Maar op een of andere manier was er niet op ons gerekend. Desalniettemin gingen we vrolijk aan de slag met de laptop die ik had meegenomen. Waarom ik die meesjouwde? Wel, op het APZ-kantoor staan wel computers, maar die spreken alleen maar Pools als U begrijpt wat ik bedoel. Op zich hoeft dat niemand te verbazen want er wordt hier heel veel Pools gesproken. Maar dat, zoals gewoonlijk, terzijde.
Aan de puzzel hoefden we niet meer te werken, want die was al af en is naar Annia en Basia gestuurd. Geen reactie op gekregen, dus het zal wel goed zijn. En dan die presentatie. In overleg tussen mentrix Annia en Annemiek (van de ANBO) zou die gaan over de ervaringen van fietsende senioren in Nederland. En dus hadden wij al in het appartement een schets daarvoor gemaakt. We hadden een vijftiental tips met de daarbij behorende illustraties bedacht en gevonden. En die moesten in een powerpoint-presentatie worden verwerkt. Aangevuld met enkele korte filmpjes zou dat voldoende moeten zijn. Aan de slag gegaan. Het overige personeel van de APZ was ondertussen met enkele gasten in vergadering gegaan. Onze Spanjool uit P(b)alencia was er ook bij. Maar we hadden hem voor het maken van de presentatie niet nodig; we hadden ondertussen al vallend en struikelend de nodige kennis en kunde opgedaan. En zo hebben we in een eendrachtige en harmonieuze samenwerking waar sommigen van U nog een voorbeeld aan kunnen nemen, de klus geklaard. Maar laat ik niet te vroeg juichen. Morgen is de presentatie en “the proof of the pudding is in the eating”, zoals een grote wijsgeer onlangs nog verklaarde.
Daarna moest onze Juan uit P(b)alencia toch nog even opdraven, want we moesten onze instapkaarten van Ryanair uitprinten. Na enig gedoe lukte ook dat en toen waren we klaar. Het liep ook al tegen enen, lunchtijd dus en we togen naar het Poolse restaurantje even buiten de Oude Stad, waar we ons participerend onderzoek van de Poolse keuken hebben voortgezet. Hoe? Wel, het restaurantje heeft elke dag een variërend twee-gangen menu voor 12 Zloty (spreek uit: zwottie), omgerekend 3 Euro. Dit menu staat niet op de Engelstalige kaart en de bediening spreekt alleen Pools. Een taal die wij helaas niet machtig zijn, maar dat had U al begrepen. Maar ik had een klein Pools-Nederlands woordenboekje meegenomen, men moet immers altijd goed voorbereid op reis gaan, en na wat gepuzzel en gegis werd het meeste wel duidelijk. Het menu bestond uit een grote kom gekruide bonensoep (van die paardenbonen, U weet wel, die grote witte bonen die lang, heel lang moeten koken voordat ze te eten zijn), een extra grote hamburger, veel beboterde aardappelpuree, een stoot champignons en uiteraard de onvermijdelijke bietensalade. Het was veel, heel veel. Nu is de lunch voor Polen ook de hoofdmaaltijd, dus zo krijgen ze hun calorieën binnen. Over de smaak van de maaltijd kan ik U helaas nog niets mededelen. Het onderzoek is immers nog niet afgerond. Uiteraard zullen de resultaten te zijner tijd op een verantwoorde manier worden gepubliceerd.
In de volle herfstzon (wij worden bruin van de zon en jullie groen van jaloezie) terug naar het appartement. Een paar dagen geleden is men na de vele klachten van internetprovider gewisseld en nu is het signaal iets beter geworden. Maar het houdt nog steeds niet over en we kunnen nog steeds niet skypen en alleen met vertraging streamers bekijken. Maar je hoort ons niet schriftelijk klagen, want de bedden zijn tenminste goed. Heel belangrijk toch voor wat oudere mannen “far from home”.
De dag van morgen zal druk en enerverend zijn. Maar laat ik niet op die spannende gebeurtenissen vooruitlopen. Want het zal allemaal beschreven worden in Jan’s kronieken over onze belevenissen in Krakau.
Een goede avond en nacht gewenst,
Piet, mede namens Jan.

Afscheid....
Het onvermijdelijke afscheid.
Het loopt tegen zevenen en het is blogtijd. Nu ik dit schrijf, realiseer ik me dat het onze laatste blog hier in Krakau kan zijn. Ik overleg even met Jan en hij vindt ook dat we kunnen afsluiten. Het programma hier is immers inmiddels afgelopen. Morgen nog een excursie naar Zakopane in de bergen (uiteraard op eigen kosten) en dan op zondag “homeward bound”. Dit is dus de laatste blog vanuit Krakau en aan het eind van dit stukje zullen we afscheid moeten nemen. Ik zal jullie missen; wellicht omgekeerd ook.
Het laatste programmaonderdeel vandaag was de afsluitende evaluatie van ons verblijf hier met Basia, die onze echte mentrix Annia (die andere verplichtingen had) verving. We togen dus vanmorgen vroeg zoals altijd opgetogen per tram naar het APZ-kantoor. Jan was de pessimist, want hij droeg een overgooier met daarover een jas. Hij rekende duidelijk op wat kouder weer. Ik was de optimist, want gekleed alleen in een T-shirt. (Ja, natuurlijk ook in broek en schoenen enzo, maar dat spreekt vanzelf.) In Basia’s kantoor kregen we chocoladetaart met slagroom. Typisch Pools zij ze. Nee, ze at niet mee, want ze vond het te zoet. Na het verorberen van dat gebak was ik het volkomen met haar eens. Vervolgens ging de evaluatie van start. Eerst mondeling, waarbij Basia in alle kleuren en geuren verslag deed van haar ervaringen met de Europese regels en voorschriften en alle bureaucratie daar omheen. Hoe de verantwoording ervan precies moest kloppen met de vooraf ingediende plannen. En de problemen daar omheen. Vervolgens vulden we een evaluatieformulier in en aan de hand daarvan ontstond een boeiend gesprek over het project en alles wat daarbij kwam (komt) kijken. Na dik een uur was het afgelopen en besloten we met vriendelijke woorden en veel kussen op beide wangen het onderhoud. Maar Jan herinnerde me toen aan een vroeger voornemen en dus moest ik op mijn knieën om haar ten huwelijk te vragen. Na slechts een tweetal seconden nadenken zei ze dat het goed was, maar dat ze eerst van haar huidige echtgenoot moest scheiden. Maar dat was geen probleem, zei ze. (Jeetje…, hoe moet ik dit thuis uitleggen?)
We verlieten het pand en stonden op straat nog na even te praten over de te kopen tramkaartjes. Hoorden we vanaf het balkon boven ons: joehoe…. joehoe..! Even later kwam Basia naar beneden en gaf ze ons een tweetal certificaten, die ze vergeten was te geven. Certificaten, waarin plechtig werd verklaard dat wij het project hadden gevolgd. Voorzien van de nodige handtekeningen. Kunnen we inlijsten en thuis ophangen. Een leuke herinnering aan een leuke tijd. Ja toch?
Het werd lunchtijd dus togen we naar ons favoriete restaurant om ons onderzoek naar de Poolse keuken voort te zetten. Opnieuw namen we het dagmenu. Het bestond uit een stevige, wat zeg ik, een zeer stevige, groentesoep en verder een prutje van zuurkool, paddenstoelen, uien en kruiden. Het smaakte wel, maar daar is dan alles mee gezegd. Onze voorlopige conclusie over de Poolse keuken is, dat sommige gerechten heel goed smaken en andere wat minder. Maar het is de moeite van het proberen waard. En de prijs? Die zal elke zuinige Nederlander aanspreken. Doen dus!
Als optimist kreeg ik gelijk. Het bleef prachtig zonnig weer in Krakau. De Altweiber bleven nog een dag. We besloten de rest van de dag te besteden rond de Wawel-burcht. Al die pracht en praal daar! Jan en ik slaakten daar de gezamenlijke verzuchting, hoeveel arme sloebers daarvoor zoveel jaren hebben moeten krom liggen. U begrijpt ongetwijfeld wat wij bedoelen. Maar ach, gedane zaken nemen geen keer.
Geachte lezer, met een knipoog, een lach en een traan in de tekst, dit is onze laatste bijdrage. Met verschillende stijlvormen hebben we geprobeerd U een schets te geven van onze belevenissen, onze ervaringen en onze gedachten hier in deze stad. Het zal sommigen van U bevallen zijn; anderen niet. Het zij zo. Wij moeten ons verontschuldigen. Er zijn zoveel dingen gebeurd, zoveel ontmoetingen en zoveel belevenissen, we hebben ze niet allemaal kunnen verhalen. Maar we staan open voor vragen van Uw kant. Aarzel niet en schrijf! We zullen ons best doen bij de beantwoording.
Tenslotte: wij, twee heren op leeftijd in een vreemde verre stad, hebben fijne en gedenkwaardige weken mogen beleven. Wij danken een ieder die dat mogelijk heeft gemaakt. Annemiek en Liesbeth van de ANBO, Basia en Annia van de APZ; onze voorgangsters met hun nuttige adviezen en verder iedereen die een bijdrage heeft geleverd aan dit project en onze deelname daaraan. En de EU die ons al meer dan vijftig jaar vrede bracht.
Jan en Piet, vanuit Krakau met enige weemoed. Want scheiden doet immers lijden.



No comments: