Thursday 20 March 2008

Godslastering?

Godslastering?
Dat was een merkwaardig debat vorige week in de Tweede Kamer. Het ging om de vraag of godslastering strafbaar zou moeten zijn. De aanleiding was de vraag of een oud wetsartikel waarin “smadelijke godslastering” strafbaar moest worden gesteld, nu ingetrokken moest worden of niet. Een Kamermeerderheid vond van wel; het Kabinet wilde niet. Gaandeweg kreeg het debat en de berichtgeving erover bizarre trekken. Eerst de vraag wanneer het gewraakte artikel dan wel buiten werking zou moeten werken. De Partij van de Arbeid, voorstander van intrekking, vond dat het op dit moment niet opportuun zou zijn. Waarom niet? Bang voor een daaropvolgende explosie van straffeloze smadelijke belasteringen van God, Allah of wie anders dan ook? Of is men bang voor de al dan niet komende storm na de al dan niet komende vertoning van de nu al legendarische Wilders-film? Vervolgens vraag wat er precies bedoeld wordt met de term “godslastering”. Over welke God gaat het? Gelet op het geboortejaar van het artikel, 1932, zal het wel de Christelijke God zijn, die niet smadelijk belasterd mag worden. Maar als dat zo is, gaat onze wetgeving over Iemand die officieel niet bestaat in dit land, waar scheiding is tussen Kerk en Staat. En een niet-bestaand Persoon kan toch niet belasterd worden? Onmiddellijk afschaffen dat artikel dus. Of is hier de Kerk toch een beetje stiekem onze wetgeving binnengeslopen? Dan hoort dit artikel in onze wetgeving niet thuis en zou ook direct afgeschaft moeten worden. Maar misschien bedoelden de wetgevers van destijds wel een god met een kleine g. Een willekeurige god dus. Kan zijn die van de christenen maar ook die van de Joden, de Moslims of zelfs de Hindoes. In dat laatste geval heb je te maken met wel een paar duizend goden of godsvoorstellingen, dus is het oppassen geblazen. Eigenlijk kan iedereen zijn eigen god maken of kiezen. Het wetsartikel is dan zo algemeen dat het niet meer gebruikt kan worden en dient alleen al om die reden te worden afgeschaft. Dat er met het artikel wat aan de hand is, blijkt wel uit het feit, dat het de laatste veertig jaar niet zou zijn toegepast. Persoonlijk herinner ik me een zaak van een schrijver, die toen nog Karel van het Reve heette en die iets had met een goddelijke Ezel. Maar ach, de man werd vrijgesproken. De godslastering was niet smadelijk genoeg, vonden de rechters. Bovendien is de persoon in kwestie later een brave Katholiek geworden. Geen enkele reden dus om op de kwestie terug te komen. Toch deed een Kamermeerderheid dat. In het daaropvolgende debat zei onze Minister Hirsch Ballin, ook al een brave Katholiek, dat hij zou studeren op een mogelijke verruiming van het artikel. Ik heb begrepen dat hij ook de smadelijke belastering van de God van de Joden en die van de Moslims strafbaar wil stellen. Het Pantheon van de Nederlandse Staat kan worden uitgebreid. Atheense en Romeinse toestanden dreigen! Wat een bizarre vertoning. Geen wonder dat Hirsch Ballin een paar weken nodig heeft om het uit te zoeken. Ik denk dat zijn juristen nu al slapeloze nachten hebben, want het lijkt mij uiterst onwaarschijnlijk dat hier wat zinnigs van komt. Laat hij maar de verstandigste weg kiezen en dit onzinnige wetsartikel op de korst mogelijke termijn afschaffen. Er spelen vandaag de dag wel belangrijker zaken. Bijna iedereen vindt dat niet getornd mag worden aan de vrijheid van meningsuiting. Maar ook vrij algemeen is de opvatting dat het onjuist is om groepen mensen opzettelijk in hun religieuze overtuiging te kwetsen. Kunnen de juristen van Hirsch Ballin niet nadenken over de vraag of een dergelijk ongewenst gedrag niet in de vorm van een wetsartikel strafbaar kan worden gesteld? De grondwettelijke vrijheid van meningsuiting wordt ook beperkt door andere wetsbepalingen. Het is U en mij bijvoorbeeld verboden om een ambtenaar in functie uit te schelden of om de buurvrouw publiekelijk te schande te maken. Deze verbodsbepalingen functioneren al heel lang en er is inmiddels een uitgebreide jurisprudentie ontstaan. Is het dan op voorhand onmogelijk om deze bepalingen uit te breiden met een verbod om opzettelijk de religieuze gevoelens van andere mensen te kwetsen? Ongetwijfeld zal de concrete toepassing hiervan op vele problemen stuiten. Maar het recht kan dan zijn loop hebben en we zien dan wel hoe effectief dit kan zijn. Het lijkt me een aanzienlijk betere tijdsbesteding van de juristen van Hirsch Ballin. Bovendien raakt het de kern van veel hedendaagse discussies. Hopelijk komt men daar in den Haag ook achter. En wordt de voortzetting van het debat toch nog zinnig. Ik wacht met spanning.
Piet Kruizinga.

No comments: